Bewegend leren wint terrein binnen het onderwijs, zeker binnen het basisonderwijs. En dat is niet voor niets, want neurologisch onderzoek toont aan dat door te bewegen allerlei processen in het brein geactiveerd worden. En laat dat brein nou verantwoordelijk zijn voor de leerprestaties van leerlingen. Bewegen biedt daarmee volop kansen voor het leerproces en daar ligt je verantwoordelijkheid als schoolleider. Toch zitten leerlingen op een gemiddelde schooldag meer dan 7 uur (!) en is er nauwelijks sprake van beweging. Dat moet anders. Dat kan anders. In deze blog nemen we je mee in de wereld van de beweegmogelijkheden en geven we je 10 concrete tips waarmee je morgen nog aan de slag kan.
Het belang van bewegen is ruimschoots aangetoond. In binnen- en buitenland laten onderzoeken zien dat bewegen een positief effect heeft op de algehele ontwikkeling van kinderen. In beweging komen is goed voor de motorische, cognitieve en sociaal emotionele ontwikkeling. Genoeg bewijs dat laat zien hoe noodzakelijk het is om te bewegen.
Beweegnorm: hoeveel beweging hebben leerlingen nodig?
Hoeveel beweging nodig is voor een goede gezondheid wordt in Nederland aangegeven met de beweegnorm. En die beschrijft één ding heel duidelijk: bewegen is goed, maar meer bewegen is beter.
Voor basisschoolleerlingen (vanaf 4 jaar en ouder) is elke dag een uur matig intensief bewegen(zoals fietsen, wandelen of zwemmen) de norm. En hoe meer hoe beter! Ook langdurig zitten moet volgens de beweegnorm zo veel mogelijk worden beperkt.
Cijfers van het RIVM tonen aan dat meer dan de helft (56%) van de Nederlanders van 4 jaar en ouder niet voldoet aan de beweegnorm. En naast dat ze te weinig bewegen, brengen ze de dag ook nog eens vooral zittend door. Kinderen tussen de 4 en 11 jaar zitten maar liefst 7 uur en 12 minuten (!) per dag. Er is dus nog een hoop werk aan de winkel.
Beweegarmoede: dit zijn de gevolgen
Volgens hoogleraar neuropsychologie en bewegingswetenschappen Erik Scherder is de groeiende beweegarmoede funest voor het opgroeiende en lerende kind. Hij noemt het een globale pandemie, met ernstige gevolgen. Dat vraagt om een korte uitleg:
Als je stilzit en nauwelijks beweegt is de inspanning van je hartspier minimaal. Dit zorgt ervoor dat je bloedsomloop vertraagt waardoor de toevoer van zuurstof en voedingsstoffen naar de organen, en dus ook naar je hersenen, beperkt wordt. Dit heeft gevolgen voor de werking van je brein en beperkt zo het functioneren.
Zitten is dodelijk
Nu lijkt stilzitten en te weinig bewegen misschien een onschuldig probleem, maar jaarlijks sterven er bijna 6.000 mensen door aandoeningen die het gevolg zijn van te weinig beweging, zoals suikerziekte type 2, overgewicht, obesitas en hart- en vaatziekten. En kinderen zijn daarbij niet uitgezonderd. Kinderartsen zien het aantal kinderen met deze ziekten toenemen. Ook laten cijfers van het RIVM zien dat 11,3% van de schoolgaande kinderen in Nederland overgewicht heeft. Het gaat dus om ongeveer 1 op de 10 leerlingen. Om hoeveel leerlingen gaat dit bij jou op school?
Doorbreek het stilzitten na iedere 45 minuten door bijvoorbeeld even te lopen. Haal een kopje koffie, ga even naar het toilet of doe je telefoongesprekken lopend. Zelfs met zo’n korte onderbreking word je stofwisseling actiever en worden mentale processen bevorderd. Dit geldt natuurlijk ook voor leerlingen. Lees verder om te zien hoe eenvoudig je beweging integreert in een schooldag, want vergeet niet: bewegen vormt letterlijk een boost voor het kinderbrein!
Bewegen is de basis
Gelukkig hoeft het allemaal niet zo ver te komen en kan de school een belangrijke bijdrage leveren aan de gezondheid van kinderen. Dit doe je onder andere door het beweeggedrag van kinderen te bevorderen. En het mooie aan bewegen is dat het altijd iets oplevert voor de brede ontwikkeling. Een greep uit de vele voorbeelden op een rij:
Het belang van bewegen op school
Terugkomend op die beweegnorm dan geldt: Bewegen is goed, maar meer bewegen is beter. Maar waarom moet dat persé op school waar het tekort aan leraren en het gebrek aan effectieve (leer)tijd steeds groter lijkt te worden?
Hoe meer, hoe beter
Om te beginnen is het goed om te beseffen dat leerlingen een groot gedeelte van hun tijd doorbrengen op school. En dat biedt perspectief voor het behalen van de beweegnorm, want deze tijd kunnen leerlingen goed gebruiken om aan de broodnodige beweging te komen. Zeker als bewegen thuis niet vanzelfsprekend is.
Gelijke kansen: beweging voor alle leerlingen
Door overvolle agenda’s worden kinderen in hun beweeggedrag beperkt, omdat ouders na schooltijd geen aandacht of tijd hebben voor de broodnodige beweging. Zelf het goede voorbeeld geven zit er voor sommige ouders ook niet in, met als gevolg dat ook kinderen dan minder geneigd zijn om te bewegen. Maar veel schrijnender zijn natuurlijk de gevallen waarin ouders niet over de (financiële) middelen beschikken om bewegen te stimuleren. Kinderen worden hier de dupe van en krijgen zo niet de kans die ze verdienen om gezond op te groeien.
De school kan hierin het verschil maken, want in Nederland gaan alle kinderen naar school. Door beweging toe te voegen aan de schooldag en te integreren tijdens de les krijgen alle leerlingen dezelfde kans op een gezonde toekomst.
Hoe zit dat dan met de effectieve leertijd?
Natuurlijk mag bewegen niet te koste gaan van het leerproces. Integendeel zelfs! Gelukkig hoeft dat ook niet en draagt bewegen juist bij aan dit leerproces. Lees verder om te begrijpen hoe dat precies zit.
Bewegen combineren met leren
Je gaat naar school om te leren. Simpel. Hoe speelt bewegen daarbij een rol? We nemen je mee in de voordelen die bewegen heeft voor leren. En als bonus geven we je maar liefst tien tips hoe je morgen nog aan de slag kan met bewegend leren.
Het brein in beweging
Leren en bewegen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Omdat we steeds meer leren over de werking van ons brein krijgen we ook steeds meer inzicht in leervermogens en gedrag. Met honderd miljard zenuwcellen coördineert en optimaliseert het brein allerlei functies in je lijf. En dat geldt ook voor het leren. Je brein bepaalt hoe je informatie verwerkt, oplossingen bedenkt voor een probleem, hoe goed je je kan concentreren en hoe je omgaat met je klasgenoten.
Het combineren van bewegen en leren noemen we ook wel bewegend leren. Met bewegend leren wordt er ingespeeld op de relatie tussen de gezondheidsvoordelen enerzijds en op het effect van bewegen op het leren anderzijds. Bewegend leren zijn bewegingsactiviteiten die als doel hebben om de lesstof op een bewegende en speelse manier aan te reiken. Het gaat dus letterlijk om leren terwijl je beweegt, leren met je lijf noemen we dat. En met de producten van Springlab is dat in een mum van tijd geregeld.
Tel uit je leerwinst
Bewegen en leren gebeurt dus tegelijkertijd, vanuit de veronderstelling dat als je beweegt, je beter leert. Een drietal voorbeelden hiervan zijn:
Geeft de inzet van bewegend leren keiharde garanties voor betere prestaties en hogere cijfers? Nee. Er zijn onderzoeken die positieve resultaten laten zien, maar er zijn ook onderzoeken die geen significant verband aantonen. Dat is overigens geen verlies, want als bewegend leren geen negatief effect heeft op het leren van leerlingen, dan hebben de kinderen in ieder geval de broodnodige extra beweging gekregen.
Tijd voor actie!
Bewegend leren past dus goed binnen het onderwijs. Leerlingen worden dankzij de inzet van bewegend leren beperkt in hun zitgedrag, krijgen allemaal de gelijke kans om de beweegnorm te halen én het leerrendement wordt vergroot. Iedere dag opnieuw. Dat zijn drie enorme pluspunten die niet genegeerd kunnen worden.
Het is daarom tijd om zelf in beweging te komen en met deze 10 tips gaat dat zeker lukken:
Kan je wel wat hulp gebruiken bij het integreren van bewegend leren bij jou op school? Wij staan voor je klaar! Neem contact met ons op voor vrijblijvend advies.