Zoek de verschillen: bewegend leren, bewegend ontwikkelen en spelend leren. Allemaal termen die veel gebruikt worden in de kinderopvang, maar wat is het verschil? En waarin overlappen ze?
Bewegend leren en spelend leren zijn beide gericht zijn op het actief betrekken van kinderen in het leerproces. Het doel van de gekozen activiteit (of dit nou bewegen of spelen is) is dus leren. Bij bewegend leren wordt er fysieke activiteit geïntegreerd in het leerproces, zoals rennen, springen, stampen of dansen. Het doel hiervan is om door middel van beweging de motorische, cognitieve en sociaal-emotionele vaardigheden te verbeteren. Bij spelend leren ligt de nadruk op speelse activiteiten om kinderen op een natuurlijke en plezierige manier te laten ervaren, beleven, ontdekken, ontwikkelen en uiteindelijk ook leren. De spelvorm hoeft niet per se beweeglijk te zijn, maar is wel actief. Bijvoorbeeld zingen, knutselen of tekenen.
Bewegend leren en bewegend ontwikkelen zijn beide gericht op het stimuleren van fysieke activiteit (beweging). Bij bewegend ontwikkelen ligt de nadruk op de algehele ontwikkeling van kinderen. De beweegactiviteiten die hierbij horen, richten zich op de ontwikkelen van lichaamsbewustzijn, coördinatie en samenwerking.
Bij Springlab vinden we het vooral belangrijk dat we kinderen in beweging krijgen. Voor de kinderopvang zijn beweeg- en spelactiviteiten hiervoor voldoen. De nadruk ligt bij de jongste kinderen (2 tot 7 jaar) op de algehele ontwikkeling. Bij de oudere kinderen (8 tot 13 jaar) komt er meer aandacht voor het leerproces. Op onze website voor kinderopvang hebben wij het daarom over bewegend ontwikkelen of spelend leren. Wil je meer weten? Klik dan op de onderstaande button.
Meer over spelend leren